Een cruciaal punt is dat de visie zich voornamelijk richt op de primaire sector binnen het voedselsysteem, terwijl er weinig concrete maatregelen in de visie worden genoemd ter ondersteuning van de rest van de keten, waaronder de verwerkende industrie. De verschillende partijen in de voedselketen, waaronder primaire sectoren en verwerkers, zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het ketenperspectief en de rol van de verwerkende industrie in duurzame ontwikkeling van de primaire sector is daarmee onvoldoende aanwezig. Zo blijft het vrijmaken van investeringen, het stimuleren van innovatie of het tegengaan van administratieve lasten achterwege.
Tegelijkertijd staan fabrikanten onder druk om retailers een zo laag mogelijke inkoopprijs te geven, zodat boodschappenprijzen niet teveel stijgen. Dit zorgt ervoor dat de concurrentiepositie van de Europese voedingsmiddelensector verder in het geding komt, zeker voor mkb-ondernemingen. De belangrijke positie van het mkb in de verwerkende industrie wordt dan ook maar ten dele erkend.
Daarnaast wordt er in de visie duidelijk aangegeven dat de voedingsmiddelensector binnen de planetaire grenzen moet opereren. FNLI en haar leden ondersteunen dit doel. Om dit doel te bereiken zetten wij in op een (Nederlandse) pre-competitieve standaard voor duurzame productie en bijbehorende taxonomie en rekenregels. Onderdeel hiervan zijn ook investeringen in verdere verduurzaming van de (primaire) sector, aansluitend bij initiatieven die al in gang gezet zijn.
Rol voedingsmiddelenproducenten meenemen in Nederlandse strategie
In 2025 wordt er tevens een Nederlandse voedselstrategie verwacht. Wij pleiten ervoor dat deze Nederlandse voedselstrategie een bredere benadering van het voedselsysteem hanteert, waarbij in ondersteunende maatregelen ook de belangrijke rol van de keten wordt meegenomen. In het bijzonder die van de voedingsmiddelenbedrijven.
