Drie typen voedselveiligheid

Voedselveiligheid is een term om de veiligheid van voedsel aan te geven. Veilig voedsel betekent dat het product is te consumeren zonder op korte of lange termijn een ziek te ontwikkelen. Bij het bereiden van voedingsmiddelen moeten bedrijven voldoen aan Europese regels en beschikken over een voedselveiligheidsplan, oftewel HACCP. Deze afkorting staat voor ‘Hazard Analysis and Critical Control Points’. Dit is een controleproces waarbij producenten analyseren waar zich mogelijk in het productieproces gevaren voordoen voor de voedselveiligheid. Onderdelen van een HACCP-plan zijn (1) het opstellen van een risicoanalyse, (2) het nemen van maatregelen voor het beheersen van de voedselveiligheidsrisicos en (3) het controleren van de effectiviteit van de maatregelen. Het HACCP-systeem maakt onderscheidt tussen drie typen van voedselveiligheid waarop bedrijven hun acties moeten richten. Als het nodig is blokkeren zij grondstoffen of roepen zij producten terug. Tot slot zijn zij verplicht de NVWA hiervan op de hoogte brengen. 

Microbiologische voedselveiligheid

In de meeste gevallen zijn micro-organismen niet schadelijk voor onze gezondheid. Dit is bijvoorbeeld van toepassing op bacteriën die producenten toevoegen bij het maken van yoghurt. Slechts een klein deel van de micro-organismen is ziekteverwekkend. Besmetting door een micro-organisme is mogelijk in de gehele voedingsketen: via grondstoffen, tijdens de productie in de fabriek of bij onhygiënische bereiding en bewaring. Dit laatste vindt mogelijk plaats tijdens het productieproces in de fabriek of bij de bereiding in de eigen keuken. Een besmetting kan tot gevolg hebben dat mensen ziek worden. Dit staat bekend voedselinfectie of voedselvergiftiging. Onder microbiologische voedselveiligheid behoren schimmels, gisten en bacteriën. Schoonmaakprocedures, verhitten en goed verpakken zijn methodes die bedrijven inzetten voor het borgen van de microbiologische veiligheid. Een andere remedie is het steekproefsgewijs controleren van grondstoffen bij binnenkomst.

Chemische voedselveiligheid

Bij chemische voedselveiligheid gaat het om stoffen in onze voeding die mogelijk een risico vormen. Soms komen stoffen in ons eten voor die in een eerder stadium in de keten zijn toegevoegd, zoals gewasbeschermingsmiddelen. Andere mogelijkheden zijn dat ze op natuurlijke wijze in voeding terechtkomen of tijdens het productieproces ontstaan. In die gevallen toetsen producenten of deze stoffen voldoen aan Europese regelgeving. Een aanvaardbare hoeveelheid hoeft bovendien geen gevaar voor de gezondheid op te leveren. Bedrijven voeren controles uit om mogelijk gevaarlijke stoffen te ontdekken. Als er nog geen regelgeving bestaat, hanteert de voedingsmiddelensector op vrijwillige basis het ALARA-principe (As Low As Reasonably Archievable). Daarnaast werken producenten met hygiënecodes volgens HACCP en passen de aanbevolen GMP-procedures (goede en verantwoorde werkwijzen) toe.

Fysische voedselveiligheid

Vreemde deeltjes in ons eten of in onze dranken – zoals plastic, glas of metaal veroorzaken mogelijk verwondingen of een verslikking. Die mogen daar dus niet in voorkomen. Fabrikanten beschikken over speciale detectieapparatuur voor het filteren van vreemde voorwerpen. Dit proces staat bekend als borging van de fysische voedselveiligheid.