Aardappelverwerkers zorgen ervoor dat 96,6 procent van de aardappel een bestemming krijgt als voedsel of veevoer. Er wordt dus maar 3,4 procent verspild.

De stichting Samen Tegen Voedselverspilling en de Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie (VAVI) hebben laten onderzoeken hoeveel verspilling optreedt in de verwerking van aardappel naar diepvriesproduct. Hieruit blijkt dat de aardappelverwerkende sector slechts 3,4 procent van de aangevoerde aardappelen verspilt. Het betreft voornamelijk ‘natte bijproducten’, die veel water bevatten, zoals aardappelstoomschillen en grijs zetmeel dat in Nederland niet als diervoeding mag worden ingezet. Het meest efficiënt is de productie van koelverse aardappelproducten. Die worden voor bijna 100 procent tot levensmiddel en veevoer verwerkt.

Wageningen University & Research (WUR) heeft het onderzoek uitgevoerd op basis van de zelfrapportage van zes leden van VAVI en FNLI: Agristo, Aviko, Farm Frites, Lamb Weston, McCain en Peka Kroef. Samen beslaan zij 95 procent van de Nederlandse markt. Twee jaar eerder kwam de voedselverspilling in de sector nog uit op 3,6 procent. Deze bedrijven hebben in twee jaar tijd dus een reductie van 5,5 procent gerealiseerd in hun voedselverspilling.

Optimalisatie van processen

Die reductie is behaald door enerzijds in te zetten op bronaanpak en de optimalisatie van schil- en sorteerprocessen. Zo wordt zetmeel al vroeg in het proces afgescheiden als hoogkwalitatief wit zetmeel. Anderzijds is ingezet op het optimaliseren van de behandeling van nevenstromen. Hierdoor zijn nevenstromen meer geschikt voor diervoeding in plaats van vergisting.

Meer informatie op de website van VAVI.