De prijzen van onze boodschappen zijn de afgelopen twee jaar flink gestegen. Bij veel consumenten is dit hard aangekomen. Deze voedselinflatie hangt deels ook samen met de gevolgen van klimaatverandering, zoals tegenvallende oogsten vanwege droogte of extreme neerslag. Het is dan ook van groot belang dat we verduurzamen. Dit heeft ook consequenties. Zoals Jumbo-topman Ton van Veen onlangs in NRC het dilemma benoemde: ‘Jumbo wil de boodschappen betaalbaar houden, maar verduurzamen kost geld.’
Vooropgesteld: alle partijen in de voedselketen dienen alles op alles te zetten om boodschappen voor iedereen betaalbaar te houden. Het werkt alleen averechts als we ons hierbij blindstaren op de laagste prijs. De urgentie is namelijk groter dan ooit om voeding duurzamer te maken.
Recent was in de media veel te doen om een studie waaruit zou blijken dat voedselfabrikanten barrières opwerpen om de prijs van producten hoog te houden. De consument, zo klonk het bezwaar, is daar de dupe van. Die zou te veel moeten betalen voor zijn boodschappen. Dit geluid is niet nieuw. De roep dat boodschappen betaalbaar moeten blijven klinkt al langer. De hele keten werkt hard om de kosten zo laag mogelijk te houden, maar de bijbehorende risico’s komen vooral bij producenten te liggen.
