In de discussie over de mogelijke effecten van bewerkte voedingsmiddelen op de gezondheid van consumenten wordt nu veelal ongebalanceerd gekeken naar de samenstelling en energiedichtheid van producten. Het gelijktrekken van bewerkingen en productsamenstelling in die discussie is echter niet terecht.

Jaap Seidell, Hoogleraar Voeding en Gezondheid aan de Vrije Universiteit Amsterdam berichtte in een artikel van RTL Nieuws gisteren over "de nadelige gezondheidseffecten van ultrabewerkt voedsel." Daarbij wordt echter ten onrechte de samenstelling van producten gelijk getrokken met bewerking van producten.

Bewerking maakt producten geschikt voor consumptie. Het heeft belangrijke functies zoals veiligheid en houdbaarheid. Bewerkingen betekenen niet dat producten slechter zijn voor gezondheid of milieu. Zo zorgen producten met een langere houdbaarheid er bijvoorbeeld voor dat voedselverspilling wordt tegengegaan. Zoals Ellen Kampman, Hoogleraar Voeding en Ziekte aan de Wageningen University & Research, ook aangeeft kan overmatige inname van kilocaloriën een negatief effect hebben op de gezondheid, maar is het onduidelijk of de bewerking van voedsel tot ziekte kan leiden.

Vooropgesteld; kijkend naar de samenstelling van bepaalde voedingsmiddelen dan erkennen we dat die geoptimaliseerd kan worden. En het is ook de verantwoordelijkheid van de voedingsmiddelensector om zich daarvoor te blijven inspannen. FNLI ondersteunt daarom bijvoorbeeld ook onderzoek van Wageningen University & Research naar eetsnelheid en energiedichtheid, waarbij ook de bewerking wordt meegenomen. En producenten hebben de afgelopen jaren al goede stappen gezet (onder andere in het kader van de Nationale Aanpak Productverbetering). Uit de laatste Voedselconsumptiepeiling blijkt dat consumenten in Nederland gemiddeld minder suiker en zout binnenkrijgen en meer vezels.

Het blijft daarnaast wel van belang dat consumenten producten nuttigen binnen een evenwichtig voedingspatroon en dat we naast productherformulering ook kijken naar zaken als portiegrootte, het aanbod van producten, onder andere per locatie, en verantwoorde marketing. Daarin nemen voedingsmiddelenproducenten hun verantwoordelijkheid en wil de sector in het kader van het Nationaal Preventieakkoord tot een versnelling komen.

Laten we in ieder geval naar een meer gebalanceerde discussie gaan over het consumeren van voedingsmiddelen binnen een gezond en evenwichtig voedingspatroon en een op feiten gebaseerde aanpak kiezen om de impact van ons eten en drinken op gezondheid (en milieu) aan te pakken.