Het verlies voor Foodservice in 2020 is €7,1 miljard. Dit blijkt uit doorrekeningen van het FoodService Instituut Nederland op basis van het op een na somberste scenario van het CPB en de effecten zoals die in de eerste vier weken van de lockdown zichtbaar zijn geworden.¹
Het voortbestaan van veel, vooral kleinere leveranciers staat daarmee op het spel. Het is in het belang van de gehele keten dat deze tak van de voedselketen zo snel mogelijk weer op gang komt. Dit kan uiteraard pas zodra de overheid daartoe het signaal geeft en onder de voorwaarden die gesteld worden aan veilig werken. Deze voorwaarden zijn onderdeel van onder andere de uitrol van de anderhalvemetereconomie waar het kabinet vaart mee wil maken.
Zonder gezamenlijke aanpak van ketenpartijen is de sluiting van veel (mkb-)bedrijven en verlies van werkgelegenheid een realistisch scenario. Daarom moeten ketenpartners juist nu een maximale inspanning leveren om de schade voor alle gedupeerde bedrijven in deze keten te beperken. Een belangrijk onderdeel daarvan is dat er adequate afspraken moeten worden gemaakt over een gecoördineerde en verantwoorde opstart van de out-of-home activiteiten.
De FNLI benadrukt dat de aanpak daarvoor een inspanning vergt van de ketenpartijen én van banken, kredietverzekeraars en vastgoedorganisaties. De FNLI heeft Koninklijke Horeca Nederland, Veneca en het CBL voorgesteld om samen met overheidsvertegenwoordigers in gesprek te gaan over bijzondere maatregelen die nu vereist zijn. Met al deze partijen moet de aandacht gericht zijn op de ontwikkeling van goede, robuuste maatregelen die kansen bieden voor de toekomst.
¹ FSIN. (2020, 16 april). “Foodservice verliest €7,1 miljard in 2020.”